Bijbelstudies bij de profetie van Zacharia
Zacharia heeft net als Haggaï na de Babylonische ballingschap onder de teruggekeerde Joden in het land Israël geprofeteerd.
Zij riepen het volk op om de herbouw van de tempel weer ter hand te nemen. Zacharia wijst zijn tijdgenoten op morele misstanden onder hen wat hun onderlinge verhouding en hun verhouding tot God betreft.
Zover de Schrift meedeelt, begonnen ze met hun profetische arbeid in het jaar 520 v.Chr. Zacharia's profetie ziet verder dan die tijd, en opent een perspectief dat ook nu nog toekomstig is: de Wederkomst van Christus.
Vervolg op Terugzien en vooruitkijken
Deze beschouwing moet gezien worden als een voor de hand liggend vervolg op de verhandeling over het boek Haggaï, getiteld 'Terugzien en vooruitkijken'. Toen ik bezig was met het schrijven van die verhandeling, speelde ik namelijk al met de gedachte om na de voltooiing daarvan door te gaan met het schrijven van een beschouwing over het boek Zacharia. Dat lag een beetje voor de hand omdat deze twee profeten in dezelfde tijd leefden en gedeeltelijk over eenzelfde onderwerp profeteerden. We lezen immers in Ea5:1: 'Maar de profeet Haggaï, en Zacharia, de zoon van Iddo, traden bij de Judeeërs die in Juda en Jeruzalem woonden, als profeten op in de naam van de God van Israël', en Ea6:14 voegt eraan toe: 'De oudsten der Judeeërs bouwden voorspoedig voort tijdens het profeteren van de profeet Haggaï en van Zacharia, de zoon van Iddo...'
Er kwam bij dat ik bij mijn studie over Haggaï al heel wat voorwerk gedaan had dat ik kon gebruiken voor een verhandeling over Zacharia. Bovendien heeft de profetie van Zacharia me altijd erg geboeid.
Met het schrijven van deze verhandeling ben ik dan ook begonnen in het jaar 1998, toen de beschouwing over Haggaï uitkwam. In het voorjaar van 2001 had ik de tekst eigenlijk voltooid. Daarna heb ik nog een enkel boek als naslagwerk doorgenomen.
Het schrijven over het boek Zacharia vergt heel wat meer van een auteur dan het leveren van een verhandeling over Haggaï. Ten eerste is het boek veel uitgebreider. Ten tweede bestrijkt de inhoud ervan een veel groter terrein. Er komen in Zacharia veel meer onderwerpen aan bod dan in Haggaï en die onderwerpen zijn beslist niet altijd gemakkelijk te verklaren. Ten derde stuiten we in Zacharia op nogal wat problemen van 'technische' aard.
Wanneer ik toch besloten heb me aan dit werk te wagen, dan weet ik mij gesterkt door een uitspraak van Jonathan, die bij een aanval op een Filistijnse wachtpost de roemruchte woorden sprak: 'Misschien zal de Here voor ons handelen, want de Here kan evengoed verlossen door weinigen als door velen', waarbij ik 'weinigen' zou willen vervangen door 'geringen' en voor 'velen' zou ik willen lezen 'geleerden'.
Doel en opzet van deze beschouwing
Het doel van deze bijbelstudie is in de eerste plaats een zo praktisch mogelijke verhandeling te geven over het geschrift van de profeet Zacharia, die hopelijk mag dienen tot opbouw van het geloofsleven van de lezers. De opzet van de eigenlijke bijbelstudie is net als die van de beschouwing over Haggaï, d.w.z. van de cursief gedrukte bijbeltekst wordt een algemene verklaring opgesteld en vervolgens wordt in aparte pericopen een nadere uitwerking gegeven van bepaalde begrippen, waarbij vaak verwezen wordt naar andere bijbelgedeelten. Soms wordt daarbij een weerlegging van een uitleg van bekende schriftverklaarders gegeven. In voetnoten vindt men 'verwijsteksten' of de aanduiding van de literatuur waaraan een bepaalde toelichting is ontleend of die de uitleg ondersteunt.
Daarnaast komen er problemen van theologische/technische aard aan de orde, maar dat hoofdzakelijk als de tekst erom vraagt of als het nuttig kan zijn voor weerlegging van speculatieve opvattingen. Diverse verklaarders, zoals bijv. Van der Woude en Rudolph, zijn nogal erg gul met hun voorstellen tot tekstwijziging en met verklaringen die berusten op buitenbijbelse gegevens. Op een enkele uitzondering na ga ik aan deze m.i. speculatieve voorstellingen voorbij.
Uiteraard komen in de inleiding op het boek Zacharia de bijzonderheden over de schrijver, de persoon van Zacharia, de globale inhoud van zijn profetie en de betekenis die dit geschrift voor ons anno 2002 heeft, aan de orde.
Over de auteur
J.G. Fijnvandraat is geboren in 1925 te Amersfoort. Na het volgen van een onderwijzersopleiding (1942-1946), het vervullen van zijn militaire dienst bij de geneeskundige troepen (1946-1949), het werkzaam zijn aan de Mulo in Apeldoorn en Koudum, kreeg hij in 1950 een vaste baan bij de Mulo in St. Annaparochie die hij in 1959 - met ruggensteun van zijn vrouw met wie hij in 1955 getrouwd was - verruilde voor een fulltime job als evangelist.
Evangelisatiewerk: Vanaf 1946 betrokken bij straatprediking in Amersfoort en omliggende plaatsen; later in Friesland zaal- en tentevangelisatie; van 1958-1976 vormde hij samen met C.J. Vink, J.Ph. Fijnvandraat, later aangevuld met B. Ottens, het zogenaamde Mobiele-Zaalteam. De Mobiele Zaal werd opgebouwd uit twee voormalige stadsbussen met een vijf meter brede tussenconstructie waardoor een zaaltje ontstond waarin plaats was voor ca. honderd mensen. Hiermee werden de dorpen in Noord en Noordwest Friesland bezocht.
Jeugdwerk: Van 1951 tot 1993 betrokken bij werk aan de jongenskampen die in 1965 een vaste stek vonden in de Achterhoek aan de Stadsheidelaan 3 te Doetinchem. De boerderij en de omliggende grond werden in 1971 het eigendom van de Stichting Oase, waarin de auteur een bestuursfunctie vervulde. Mevrouw G.H. Fijnvandraat-Wilts was betrokken bij het keukenwerk en was ook leidster in de meisjeskampen die in latere jaren van Laag-Soeren naar het terrein van de Oase verhuisden.
Boekenverkoop: Samen met B. Ottens en anderen stond de schrijver aan de wieg van de stichting 'Wat zegt de Bijbel'. Werkzaamheden: het opstellen en verspreiden van schriftelijke bijbelcursussen en het in het leven roepen van evangelische boekhandels, de zogenaamde Fakkelboekhandels.
Bijbelonderricht: samen met anderen het verzorgen van lezingenseries, het houden van huisbijbelbesprekingen, deelnemen aan bijbelstudieconferenties.
Op latere leeftijd moest de schrijver vanwege een hartkwaal zijn werkzaamheden beperken tot hoofdzakelijk schriftelijk werk. Zo schrijft hij regelmatig artikelen voor 'de Bode van het Heil in Christus' waarvan hij tot voor enkele jaren redactielid was, en schrijft hij losse artikelen die hij per e-mail aan belangstellenden toestuurt.
Bibliografie J.G. Fijnvandraat
De Gemeente, ontstaan, bestaan en voortbestaan [z.j.]
De school met de (wat voor) Bijbel (1972)
De zogenaamde gebedsgenezing getoetst aan de Schrift [z.j.]
Kunnen gelovigen nog verloren gaan? [z.j.]
Jehovah's-getuige, mag ik ook iets zeggen? (1976)
Het chiliasme gewogen en niet te licht bevonden (1976)
Het Israëlprobleem (1978)
Dopen, moet dat nu echt? (1978)
De Wet een leefregel van dankbaarheid? (1978)
De Bijbel én de Belijdenis (1979)
De Kerk onder de loep (met W.J. Ouweneel en A. Maljaars) (1979)
De komst van Christus en de opname van de Gemeente
(met H.P. Medema) (1981)
Hand in hand (verliefdheid, verloving, huwelijk) (1985)
Babylon, beeld en beest (2 dl. over het boek Daniël) (1987)
Niet in Mekka, noch te Jeruzalem (1993)
Waarheid en Liefde (over 2 en 3 Johannes) (1994)
Terugzien en vooruitkijken (over het boek Haggaï) (1998)
De Toetsreeks (met J.Ph. Fijnvandraat):
deel 1. Verbondskinderen
deel 2. Vraag naar de oude paden
deel 3. Getuigen van Jehovah: uitverkorenen of misleiden?
deel 4. Het vrederijk moet nog komen
deel 5. Het probleem van de zonde
deel 6. Lichamelijke opstanding een hersenschim?
deel 7. Crematie: bijbels verantwoord?
deel 8. De vrouw in het ambt
deel 9. Bekering ... noodzaak
deel 10. Zegeningsritueel en algemeen priesterschap
deel 11. God en het lijden
deel 12. Kinderen aan het avondmaal ... ja én nee
deel 13. De wereld verbeteren?
deel 14. Vergeven en vergeten
deel 15. Velen geroepen, weinigen uitverkoren
deel 16. De Man die niet kón zondigen
De Ga-het-nareeks:
deel 1. Met welke gelovigen vieren wij het avondmaal?
deel 2. Erkenning van tucht in de gemeente
deel 3. Tot Hem uitgaan buiten de legerplaats Zich onttrekken aan ongerechtigheid
deel 4. Afzondering, het dilemma van de broederbeweging
deel A. Zwijgen in de gemeenten (met G.H. Kramer)