Het Koninkrijk der hemelen en het koninkrijk van God

Er staan verschillende teksten in de Bijbel die veel christenen grote angst bezorgd hebben. Zó groot was de angst dat een aantal van deze mensen zwaar depressief geworden is en in psychiatrische inrichtingen opgenomen moest worden of zelfmoord pleegde. Dat was vooral het geval als in hun kerk bij de prediking dit soort teksten ook nog eens op een bepaalde manier belicht werden. Wij denken aan teksten als:

"Vriend, hoe zijt gij hier gekomen zonder bruiloftskleed?
... werpt hem uit in de buitenste duisternis
... velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren."

Dit zijn teksten die veel mensen zorgen opgeleverd hebben, teksten waardoor mensen in sommige kerken krankzinnig van angst geworden zijn. Het klinkt vreemd, maar als je een prediking hoort die je duidelijk maakt dat er weinig kans is dat je in de hemel komt, en je zit elke zondag in de kerk en je wilt zo graag naar de hemel, maar je krijgt steevast te horen: 'het zal wel niet gebeuren...', of: 'jij zult daar echt niet komen, jij gaat naar de hel!', dan kan dat vreselijk benauwend zijn.

Ds. Koekkoek laat in dit boek zien, dat veel van deze prediking het gevolg is van een niet juist verstaan van wat de Bijbel zegt. Het gaat met name om het onderscheid tussen Het Koninkrijk der Hemelen en Het Koninkrijk van God. Wie de teksten die spreken over het ene koninkrijk toepast op het andere, raakt hopeloos in de war.

In dit boek hebt u een duidelijke uiteenzetting over wat het Koninkrijk der Hemelen is voor Israël in verband met het Messiaanse vrederijk op aarde en wat het Koninkrijk van God is voor de christenen in verband met de hemel. Zo wordt ook op een duidelijke wijze vanuit de Bijbel aangetoond of een christen (eventueel op het laatste moment) nog verloren kan gaan. Het is een bijzonder leerzaam boek dat u nu in handen hebt.

Mattheüs 8:11,12 zegt in de NBG dat "de kinderen van het Koninkrijk zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars."

Mattheüs 22:11-14 zegt in de NBG:
"Toen de koning binnentrad om hen, die aanlagen, te overzien, zag hij daar iemand, die geen bruiloftskleed aanhad. En hij zei tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier gekomen zonder bruiloftskleed? En hij verstomde. Toen zei de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren."

Wie zijn 'de kinderen van het koninkrijk'? Wie zijn de kinderen die uit dat koninkrijk uitgeworpen zullen worden naar de buitenste duisternis, dus naar de hel, naar de eeuwige verlorenheid? Wie zijn de christenen die geen bruiloftskleed aan hebben en hoe kun je weten of je wel of niet het bruiloftskleed aan hebt? Hoe kun je weten of je wel of niet uitverkoren bent? Die gedachten kunnen je toch radeloos maken! Is de angst van velen hier terecht?

Vooral bij ouderen, maar ook bij jongeren in een aantal kerken leeft de angst dat zij behoren bij degenen die wel geroepen zijn - ze zitten immers in de kerk - maar niet uitverkoren zijn. Zij hebben grote angst dat ook zij eens bij de hemelpoort zullen aankomen en dan te horen zullen krijgen: "Jij komt hier niet binnen. Jij gaat naar de hel. Jij bent uitverkoren om verloren te gaan. Jij gaat naar de plaats van het eeuwige vuur en de eeuwige duisternis..."

Is deze angst terecht? Sprak de Here Jezus in deze teksten over en tegen christenen? Leert de Bijbel hier dat mensen die in de Here Jezus geloven toch verloren kunnen gaan, alleen omdat ze niet uitverkoren zouden zijn? Leert de Bijbel dit? Ja, dit leert de Bijbel, zegt dus een aantal christenen. Deze mensen hebben het echter mis. De Bijbel leert dit namelijk niet! Hun theologische visie leert dit. Hun verkeerde interpretatie van de Bijbel komt met deze leer. Hun Bijbelse onkunde heeft hen op dit moedeloze pad gebracht. Wij zullen u laten zien wat de werkelijke betekenis is van deze teksten en wat de Bijbel werkelijk zegt over de behoudenis van gelovigen.